Miljarden stak de Amerikaanse overheid in 2009 in de economie, maar daarmee
heeft president Obama geen blijvend herstel gecreëerd.
Een van de grote problemen betreft de Amerikaanse huizenmarkt. Huiseigenaren
die de waarde van hun woning met twintig tot dertig procent hebben zien
dalen sinds juli 2009, houden de hand liever op de knip. En zonder
aantrekkende consumentenbestedingen zal niet lukken om de Amerikaanse
economie duurzaam op te krikken.
De Amerikaanse overheid heeft al een slordige dertig miljard dollar besteed
aan fiscale subsidies voor huizenkopers. Kunstmatig proberen te voorkomen
dat huizenprijzen dalen, heeft echter weinig zin, volgens sommige experts.
Ongezonde markt
In The
New York Times betoogt onder meer vastgoedeconoom Anthony Sanders, dat
de enige remedie is: een verdere daling van de huizenprijzen. Alleen als de
prijzen laag genoeg zijn, ontstaat er weer een gezonde markt, waar kopers
zullen instappen, zo is de gedachte.
Probleem voor politici is dat Amerikaanse huiseigenaren die al een
waardedaling hebben mee gemaakt, nog eens geraakt zullen worden. Met de
Congres-verkiezingen van november in het vooruitzicht, is de kans klein dat
president Obama huiseigenaren voor het hoofd wil stoten.
Toch groeit het koor van critici dat zich afzet tegen het kunstmatig
ondersteunen van de huizenmarkt, aldus de NYT. "Er is genoeg
artificiële steun geweest, laat de vrije markt z'n werk doen",
stelt vastgoed-analist Ivy Zelman in de Amerikaanse krant.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl